Als je ogen wennen aan het donker

Soms kan lijden je zo vastzetten dat er geen woorden meer zijn. Je leeft in een vacuüm van tijd en ruimte, je weet niet meer wie je bent of waar je bent, laat staan waarom je bent.

En dan zijn er geen woorden meer om aan de ander uit te leggen hoe vast alles zit. Terwijl je net op zo’n momenten iemand nodig hebt, die je uit de tunnel kan trekken. Iemand die naast je zit en zegt: “Ik hoor hoe ontzettend zwaar je het hebt, en dat je het allemaal niet meer weet. Dat je heel erg vastzit nu, en dat dit moet stoppen. Je wil dat het stopt, maar je weet niet hoe en je gelooft misschien ook niet meer dat het nog anders kan. Je zit in een tunnel nu, en je ziet nog maar 1 deur. Maar laat ons de tijd nemen om uit te zoomen, en te kijken naar de andere deuren op de gang. Want je ziet ze nu misschien niet meer, maar ik zie ze wel, en ze zijn er echt, ook al voelt dat voor jou misschien niet zo?”

En dan is er dat beeld van een andere uitweg, en dat lucht op.

En het horen dat er iemand is die samen wil zoeken, ook al weet hij ook niet precies hoe die tunnel van jou eruit ziet of hoe het daar voor je is. Hij weet tenminste dat je vastzit, en dat het zo rot is dat je wil dat het stopt. En hij geeft het niet op. Hij geeft jou niet op.

Ik geef jou niet op. Misschien betekent het dat we samen op de gang moeten zitten wachten, tot je weer wat helderder kan zien. En dat moment komt er weer. Dat heb ik al zo vaak gezien, en zo vaak gevoeld.


Als je ogen wennen aan het donker, komt er altijd weer wat licht.

Eén gedachte op “Als je ogen wennen aan het donker

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.